De energie van een ander komt niet bij jou binnen
Ik kan contact maken met de energie van een groep. Of van een mens of dier. En dan waarnemen wat er zich aandient. Voelen hoe het met die ander gaat, soms. Of vermoeden wat er speelt.
Dat komt niet omdat de energie van de ander bij mij binnenkomt.
Ik kan de energie van de ander niet voelen in mijn lijf. Ik kan alleen mezelf voelen. Maar het afstemmen op de ander doet iets met mij en als ik dát goed voel, dus wat de uitwisseling van energie met mijn eigen veld doet, dan heb ik informatie over de ander of over de groep.
Dat heet resonantie: wat je om je heen waarneemt resoneert (trilt mee) met bepaalde stukken in jou waardoor je toegang hebt tot je innerlijke informatie daarover.
Resonantie en de snikkende buurvrouw
Als ik bijvoorbeeld zit te praten met mijn diepbedroefde buurvrouw die snikkend bij mij aan tafel zit, dan raakt de frequentie van haar verdriet aan een verdrietstuk in mijzelf. En als ik dat voel, kan ik bij mijn intuïtieve kennis over verdriet (of dat nou gebaseerd is op ervaringen uit dit leven of uit een groter, systemisch of collectief stuk). Dan resoneer ik mee en voel ik in mijn eigen lichaam wat er bij haar gebeurt.
Wist je dat jij dat ook kunt?
Dat kun jij ook
We kunnen dat allemaal van nature. We worden namelijk geboren met zo’n antenne. Dat komt omdat we als menselijke zoogdieren zo bedraad zijn. Onze hersenen en ons zenuwstelsel zijn zo aangelegd dat we die afstemming op de ander van nature kunnen maken.
Als kind is onze overleving immers afhankelijk van de groep waar we bij horen. We zijn als mensenbaby’s na onze geboorte zo idioot lang kwetsbaar (ja-ren) dat we zijn uitgerust met een subliem vermogen om af te stemmen op de mensen die voor ons zorgen en de tribe waar we deel van uitmaken.
Mooi, he?
Jammere paplepel
Het jammere is dat we het als samenleving niet aan onze kinderen aanleren om daarmee te werken. Er wordt in de meeste gezinnen of op school niet gepraat over dat energetische vermogen om af te stemmen. De meesten van ons krijgen het ook niet goed voorgedaan door hun ouders. We krijgen met de paplepel van alles ingegoten, maar zelden tools om je op een gezonde manier energetisch tot anderen te verhouden. Meestal gewoon omdat de ouders er zelf ook geen pap van hebben gegeten.
En als je dan bij die snikkende buurvrouw aan tafel zit en je resonantie brengt je bij een verdrietstuk in jezelf, dan kun jij ook verdriet gaan voelen. En dan kan het zijn dat je er helemaal in verdwijnt. Dat je denkt dat het verdriet van de buurvrouw helemaal bij jou binnenkomt. Of dat jij nu óók heel verdrietig bent. Dan ben je dus met haar leed aan het mee-lijden.
Medelijden vs. medeleven
Als je in mede-lijden zit in plaats van in mede-leven, dan kun je niet meer goed voor jezelf zorgen. Want dan neem je immers geen verantwoordelijkheid voor je eigen stuk. Bovendien heeft die ander er uiteindelijk ook niets aan, want je kunt dan niet meer volledig aanwezig blijven bij haar verdriet zodat je echt voor haar klaar kunt staan.
Kind zorgt voor volwassene
Voor kinderen is dit een valkuil. Als we als kind aannemen dat wat we om ons heen voelen van ons is en we krijgen niet duidelijk aangereikt waar we wél iets mee moeten en waarmee niet (met andere woorden: als de volwassenen om ons heen niet zelf verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen emoties of handelen), dan gaan we hard aan het werk om dat vervelende gevoel – verdriet, angst, verwarring, wat er dan ook maar speelt bij de ander – zelf te verwerken. Of om die vervelende energie weer om te buigen naar harmonie.
Dan gaan we als kind zorgen voor de mensen om ons heen.
Dat doen we door ons aan te passen zodat mama geen last van ons heeft. Of door extra lief zijn zodat papa weer een goed gevoel krijgt. Of dan gaan we in het verwerken van onze eigen emoties luidruchtig en boos doen om ons eigen enge gevoel van onveiligheid of machteloosheid niet zo sterk te hoeven voelen.
En dat patroon van zorgen voor de ander blijft vaak ons hele leven bij ons.
Stevig in jezelf aanwezig
Hoe kun je dat als volwassene nou in goede banen leiden voor jezelf? Door je grenzen gezond te maken. Want als je zorgt dat jij stevig in jezelf aanwezig blijft als een ander met zijn of haar gevoel of energie bij jou in de buurt komt, dan weet jij wat van jou is en wat van de ander. Dan kun je waarnemen wat er in jou wordt aangeraakt, dus welk stuk van jou resoneert met de ander, zonder dat je overneemt wat van de ander is.
Als je in je eigen midden blijft, houd je eigenaarschap over je eigen energie.
Gezonde grenzen en de energie van anderen
Met gezonde energetische grenzen kun je je in de uitwisseling ten diepste verbinden met de ander, helemaal aanwezig zijn bij de ander, en tóch niet gaan mede-lijden. Met een gezonde begrenzing van ‘dit is van mij en dit is van jou’ kun je aanwezig zijn in mede-leven in plaats van mede-lijden.
Win-win
Als je energetisch hartstikke goed voor jezelf zorgt, heb je dubbele winst. Want dan gaat het én goed met jou én je kunt zodanig aanwezig blijven bij wat zich aandient bij de ander, dat je echt iets voor die persoon kunt betekenen.
Zo liefdevol kunnen stevige grenzen zijn.
___
Vind je dit moeilijk? Kom oefenen!
Kijk op de pagina Training voor workshops over grenzen. Ook op maat voor bedrijven!
Of lees meer over coaching bij Praktijk Goud Coaching.
0 Reacties